
Frits Coelen was winkelbediende in Amsterdam. Hij nam Joodse onderduikers in huis en verzorgde de verspreiding van bonkaarten. In 1944 werd hij lid van de Amsterdamse knokploeg Reintje de Vos en de Binnenlandse Strijdkrachten. In zijn woning bevond zich een wapendepot en werden vergaderingen gehouden. Begin 1945 vermoedde een buurman zwarthandel in zijn huis. Hierop werd hij samen met vier andere strijdmakkers door een NSB-politieman gearresteerd en overgebracht naar het Huis van Bewaring op het Kleine Gartmanplantsoen.