Johan Eskens was kantoorbediende in Amsterdam. In zijn vrije tijd was hij lid van de jeugdbond voor onthouding en schreef gedichten. In 1943 weigerde hij te voldoen aan de oproep voor verplichte tewerkstelling in Duitsland en dook onder in de buurt van Purmerend. Daar verspreidde hij het illegale blad de Waarheid en bezorgde bonkaarten bij onderduikers. Tevens was hij betrokken bij het demonteren van explosieven onder bruggen, duikers en sluizen. Na verraad werd hij op 24 februari gearresteerd en via Alkmaar overgebracht naar het Huis van bewaring op het Kleine Gartman plantsoen. Daar werd hij op de lijst gezet van Todeskandidaten.