Pieter Brittijn was boekhouder van het Provinciaal Ziekenhuis in Medemblik. Hij verspreidde illegalen bladen als Vrij Nederland, Het Parool, en Trouw. Hij verleende hulp aan Joodse onderduikers, zocht onderduik-adressen, bezorgde bonkaarten en geld. Vele malen vergaderde het verzet in zijn woning. Later werd hij waarnemend leider van de Landelijke Organisatie voor Hulp aan Onderduikers en hoofd van het Nationaal Steunfonds. Op 14 februari 1945 werd hij na verraad gearresteerd door de Sicherheitspolitzei en samen met Wieger Boonstra en Roelof Oost (zie elders) overgebracht naar het Huis van Bewaring op het Kleine Gartmanplantsoen en op de lijst van Todeskandidaten gezet. Pieter Brittij is herbegraven op de Erebegraafplaats in de duinen bij Overveen.